“Ik hoef niet bovenaan te staan in Google”
“Wilt u een kopje koffie?”
“Nee, dank u.”
Ik heb met mijn vrouw afgesproken dat we straks verderop in de straat heerlijk Armeense koffie gaan drinken bij Nelly.
De vriendelijke eigenaar van de winkel zit aan een grote tafel, waar ik ook neerstrijk. Een prachtige, sfeervolle zaak met Engelse meubelen, schoenen en kleding. Hij staart naar het scherm van zijn laptop en zegt min of meer verontschuldigend: “Tja, we hebben vier webshops en die moet je wel bijhouden, hè.”
“Verkoopt u veel via die webshops?” vraag ik. “Ja”, zegt de man, maar hij bedoelt eigenlijk ‘nee’. “Ik adverteer ermee in Landleven en andere lifestyle bladen, en in de regionale kranten. Dan kijken de mensen op onze websites en dan raken ze geïnteresseerd en dan komen ze naar onze winkel.”
“Dus u gebruikt offline media om uw webshops te promoten en vervolgens kopen de mensen toch in uw winkel”, stel ik samenvattend vast. Hij gaat daar niet op in, maar is met zijn eigen gedachten bezig: “Nee, ik hoef niet bovenaan te staan in Google en ik steek m’n geld ook niet in AdWords. Je moet keuzes maken. De mensen vinden mij wel via de advertenties. Ja en ik adverteer ook nog in de digitale nieuwsbrief van Landleven.” Hij staart weer zijn scherm en ik vraag me af wat ik geleerd heb:
- dat een webshop toch kan bijdragen aan je verkoop bijdragen, ook al verkoop je weinig online
- dat vier webshops vier keer meer tijd vragen
- dat een goede mix van offline en online media succesvol is
Ik had nog wel willen vragen waarom hij er vier webshops op na houdt, maar mijn vrouw is klaar met shoppen en ik verlang naar Nelly.